Aanrijding op het fietspad
De rechtbank heeft de 50-jarige man vrijgesproken van een poging tot zware mishandeling van twee personen. Deze twee personen zijn op het fietspad aangereden door een andere auto dan de auto waarvan verdachte de bestuurder was. Verdachte reed met zijn auto achter deze auto over het fietspad. De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte de andere bestuurder op enige wijze heeft gedwongen om met hoge snelheid over het fietspad en de stoep door de tunnel te rijden. Ze overweegt dat de bestuurder van de voorste auto ook de mogelijkheid moet hebben gehad om te remmen om zodoende een aanrijding te voorkomen. De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat niet kan worden bewezen dat als gevolg van het handelen van de 50-jarige man de aanrijding met de twee voorbijgangers heeft plaatsgevonden en dat dit gevolg ook redelijkerwijs niet aan zijn gedragingen kan worden toegerekend. Wel komt de rechtbank tot een veroordeling voor overtreding van artikel 5 Wegenverkeerswet 1994 vanwege het gevaarlijk rijgedrag.
Poging doodslag en openlijke geweldpleging
Nadat de achtervolging op een rotonde met een botsing tot een einde is gekomen, heeft de 50-jarige man meerdere malen met een koevoet met kracht in de richting van het hoofd van aangever geslagen. Aangever heeft deze slagen afgeweerd met zijn arm, als gevolg waarvan deze arm is gebroken. De rechtbank oordeelt dat de 50-jarige man daarmee vol opzet heeft gehad op de dood van aangever. Het beroep op noodweer dan wel putatief noodweer wordt verworpen. Beide mannen worden daarnaast veroordeeld voor openlijke geweldpleging.
Vrijspraak medeplegen
De rechtbank heeft de 72-jarige man vrijgesproken van het medeplegen van poging doodslag en van bedreiging. Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen beide mannen en kan niet worden vastgesteld dat de 72-jarige man opzet heeft gehad op het om het leven brengen van aangever.